Geschiedenis

Geschiedenis Sint-Antonius Abt

De kerk van Sint-Antonius-Abt werd opgetrokken in 1335-1358, officieel ingewijd op 16 september 1358. Het gotische kerkgebouw was dubbel zo groot als het huidige, het bestond uit drie beuken met dezelfde afmetingen, een vierkante toren die in het midden van de noorderbeuk stond en een sacristie, loodrecht op de zuiderbeuk gebouwd. In 1405 wordt er brand gesticht door de Engelsen.


Op het einde van de 15de eeuw worden er nieuwe altaren geplaatst en herstellingswerken uitgevoerd.

In 1572 wordt de kerk gerestaureerd na een inval van de watergeuzen.

In 1581 wordt het interieur van de kerk verwijderd en wordt ze omgevormd tot een calvinistische bidplaats.

Na de overgave van de stad verkeert de kerk in ruïneuze toestand, enkel de muren, een aantal zuilen en de toren staan nog recht. De eucharistie wordt tot 1611 opgedragen in het Spaans fort (opgericht in 1587-1588).


In 1611 bouwt men een kapel in de kerk, de eerste eredienst volgt op 14 april 1613.

In 1616-1623 herstellingswerken aan de klok, het dak van de noorderbeuk, de ramen, het portaal en het hoogaltaar. In 1623-1631 wordt er een nieuwe biechtstoel, preekstoel, communiebank en crucifix geplaatst. Het gerestaureerde gedeelte wordt plechtig ingewijd door de bisschop in 1631. Tussen 1632 en 1635 uitbouw van de noordelijke muur tot aan de toren en herstelling van de toren. Twee nieuwe klokken, gegoten door J. Blanpain werden aangekocht.

In 1637 kan de sacristie, de drie koorpartijen, een gedeelte van de middenbeuk en de toren gebruikt worden voor de eredienst. In dezelfde periode wordt een orgel uit de Brugse Sint-Trudoabdij aangekocht.


Opnieuw een restauratie in 1740-1766, gefinancierd door de stadsmagistraat

en de vissersnering.

Aankoop van drie nieuwe klokken, vervaardigd door G. Dumery (Brugge) in 1754.

In 1761 wordt er een nieuwe vloer in blauwe hardsteen gelegd.

Tevens vervanging van het orgel (vervaardigd door A.J. Berger) en vernieuwing van het doksaal. De St.-Antoniusbeuk wordt vernieuwd met steun van de vissersnering, een Blankenbergse schuit en het jaartal "1763" in het plafond van de beuk herinneren eraan. In 1773-1774, bouw van een nieuw portaal. Een nieuw hoogaltaar wordt geplaatst in 1787-1788. Op de toren wordt in 1791-1792 een nieuwe naald geplaatst.


Restauratie van het orgel in 1812 door L. Van Peteghem (Gent) en in 1835 door C. Van Houtte (Vichte).

Door het toeristisch succes van Blankenberge in de 19de eeuw stijgt het aantal kerkbezoekers. In 1863 zijn er plannen om het kerkgebouw te vergroten, Mgr. Malou geeft echter de voorkeur aan de bouw van een nieuwe kerk in het centrum van de stad. De Sint-Antoniuskerk wordt gesloten.


In 1906 wordt ze terug geopend als bijkerk van de Sint-Rochuskerk. Restauratie in de jaren 1920 door A. Depauw (Brugge) met behoud van het barokke meubilair. Op 5 augustus 1928 opnieuw tot parochiekerk verheven.

Verwijdering van het pijpwerk van het orgel tijdens de Eerste Wereldoorlog,

in 1929 bouw van een nieuw instrument in de bestaande orgelkast door het huis Jules Anneessen-Tanghe (Menen).

{Het orgel is onherstelbaar geworden en verwijderd in 2014; enkel de sierkast blijft over}


Bouw van een bergplaats aan de sacristie in 1930, en oprichting van een nieuw portaal aan de westzijde van het gebouw.